Vraaggesprek Özcan Akyol
Kun je ooit écht ontsnappen aan de klasse waarin je geboren bent en je thuis voelen in een nieuwe klasse? Wat kan onderwijs en taal betekenen voor sociale mobiliteit? Het zijn vragen die schrijver, columnist en presentator Özcan Akyol (41) bezighouden. Vanaf september reist hij door het land met zijn nieuwe theatercollege De Klassenmigrant. Voorafgaand aan zijn show stellen we hem een aantal vragen.
Je noemt jezelf een ‘klassenmigrant’. Wat betekent dat begrip precies voor jou?
Dat ik in de onderklasse werd geboren en dankzij onderwijs plotseling in andere milieus terechtkwam. Dat is een lange en ingewikkelde reis. In elke sociale klasse moest ik opnieuw inburgeren – je kan dan denken aan zaken als taal, omgangsvormen en etiquette. Veel Nederlanders zijn klassenmigranten, maar dat weten ze niet van zichzelf. Des te meer reden om het onderwerp grondig te bespreken in een voorstelling.
Wat kunnen we verwachten van een avond De Klassenmigrant?
Ik heb geleerd dat ik mijn boodschap niet al te zwaar moet verpakken. Daarom ga ik het onderwerp inhoudelijk ontleden, maar dan wel met veel humor. Ik gebruik anekdotes uit mijn eigen leven die – als het goed is – universeel zijn. Ik neem de bezoekers mee naar alle bestemmingen waar ik was. Soms zullen ze zaken herkennen, vaak ook niet.
Denk je dat de kloof tussen verschillende groepen in Nederland groter wordt, en wat kan daar volgens jou aan gedaan worden?
De kloof wordt inderdaad groter. Wat mij alleen tegenstaat, is dat politici vaak doen alsof deze ontwikkeling voortkomt uit religie of cultuur. De grootste verwijdering tussen mensen ontstaat in werkelijkheid door een verschil in inkomen. Dit wil ik beeldend en verhalend aan de kaak stellen. We lijken heel erg op elkaar. Toch worden mensen onnodig tegen elkaar uitgespeeld.
Je bent schrijver, columnist en bekend van tv en podcasts – waarom kies je ervoor om dit verhaal juist in het theater te vertellen?
Ik geef vaak literaire lezingen in bibliotheken en cultuurhuizen. Wat mij daaraan bevalt, is de ruimte die ik mag nemen om goed een verhaal neer te zetten. In het theater ben ik de baas over mijn eigen verhaal en hoef ik geen rekening te houden met formats of reclamespotjes. Dat solistische spreekt me enorm aan. Toen me werd gevraagd om in grotere zalen op te treden, heb ik geen moment geaarzeld.
Je staat straks in 44 theaters door heel Nederland. Waar kijk je zelf het meest naar uit tijdens die tour?
De ontmoetingen met mensen. Ik denk oprecht dat de helft van alle problemen opgelost zou worden als meer mensen elkaar zouden spreken. Communicatie is een fenomeen dat wordt onderschat. Je kan thuis mokkend een idee over iedereen hebben, maar het is veel beter om met anderen te praten. Dan verdampen alle zorgen en vooroordelen vanzelf.
Wat hoop je dat bezoekers meenemen na afloop van de voorstelling? Wat hoop je dat mensen straks in de foyer tegen elkaar zeggen na afloop van de voorstelling?
Ik hoop bovenal dat ze een vermakelijke avond hebben. Het is mijn taak om de bezoeker aan het denken te zetten. Dat doe ik het liefst met kennis, ontroering en een glimlach. Het zou helemaal fantastisch zijn als ze na afloop ook een beetje milder over zichzelf gaan denken. Dan is mijn missie helemaal geslaagd.
Kaarten zijn hier te bestellen